gedichten uit REINE
Ik wou al opstaan
Ik wou al neergaan
Ik wou dansen en springen
zodat ze weg gingen
en ik eindelijk weer kon zingen
Ik word wakker met muziek in mijn hoofd
en zere kaken
iedere morgen sinds een tijdje
Ik ga slapen met een zoem in mijn hoofd
en zere kaken
iedere avond sinds een tijdje
Door de spelonken van het donker
kom achter me aan
Toen ben ik in je weggezonken
nu laat ik je weer gaan
Eén hand één sprong
één wolk één blik
één dood één levend
voor eeuwig ben ik ?
Ik zwem naast het bad
richting een diep gat
Volg een blauw licht
door de onrust die jij sticht
Je stompte me in mijn maag
en ik zag je erg vaag
Nu zie ik je heel duidelijk
en nooit meer is voor mij gebruikelijk
Klein en wit
groot en zwart
met zijn lid
breekt hij haar hart
maar het behang ziet alles....
Ik voel me alleen
beter dan samen
waar kan ik heen
vanachter mijn veilige ramen
wil naar de kern nu meteen
niemand kent mijn vele namen
De diepte van mijn meren is niet peilbaar
de stijgers aan mijn meren onbegaanbaar
Geen rimpel aan de oppervlakte schijnbaar
Al zwemmend zie ik niet waarheen ik ga
Leunend op het geel
kijkend naar het wit
zoekend door het veel
wil ik weten hoe het zit
Ik heb veel naasten verloren
maar één van hen ging dood
ik kan hen niet verlaten
ze hangen aan me
zwaar als lood
Mijn hoofd galmt
mijn buik bruist
mijn ideeën vallend
mijn slaap vergruisd
Val uit de lucht
midden op de vrucht
sta op de rand
onder het zand
Drink van het water
zie iets van later
Leef in het uur
Leef om het vuur
Ik wou al neergaan
Ik wou dansen en springen
zodat ze weg gingen
en ik eindelijk weer kon zingen
Ik word wakker met muziek in mijn hoofd
en zere kaken
iedere morgen sinds een tijdje
Ik ga slapen met een zoem in mijn hoofd
en zere kaken
iedere avond sinds een tijdje
Door de spelonken van het donker
kom achter me aan
Toen ben ik in je weggezonken
nu laat ik je weer gaan
Eén hand één sprong
één wolk één blik
één dood één levend
voor eeuwig ben ik ?
Ik zwem naast het bad
richting een diep gat
Volg een blauw licht
door de onrust die jij sticht
Je stompte me in mijn maag
en ik zag je erg vaag
Nu zie ik je heel duidelijk
en nooit meer is voor mij gebruikelijk
Klein en wit
groot en zwart
met zijn lid
breekt hij haar hart
maar het behang ziet alles....
Ik voel me alleen
beter dan samen
waar kan ik heen
vanachter mijn veilige ramen
wil naar de kern nu meteen
niemand kent mijn vele namen
De diepte van mijn meren is niet peilbaar
de stijgers aan mijn meren onbegaanbaar
Geen rimpel aan de oppervlakte schijnbaar
Al zwemmend zie ik niet waarheen ik ga
Leunend op het geel
kijkend naar het wit
zoekend door het veel
wil ik weten hoe het zit
Ik heb veel naasten verloren
maar één van hen ging dood
ik kan hen niet verlaten
ze hangen aan me
zwaar als lood
Mijn hoofd galmt
mijn buik bruist
mijn ideeën vallend
mijn slaap vergruisd
Val uit de lucht
midden op de vrucht
sta op de rand
onder het zand
Drink van het water
zie iets van later
Leef in het uur
Leef om het vuur
0 Comments:
Post a Comment
<< Home